Het komende seizoen duiken we in de technische diepte om eens te kijken naar wat er echt gebeurd bij het skiën. De komende weken zullen de hoofdonderwerpen in een rode draad aan jullie voorbij komen. Het gaat van tamelijk natuurkundig en biomechanisch tot de alledaagse bewegingen.
Ons doel is om jullie te activeren om na te denken over alle bewegingen die je maakt en zou kunnen maken tijdens het skiën. We hopen dat jij je de komende tijd samen met ons verdiept in de technische achtergrond van het skiën. Deze week starten we met het thema ‘zwaartekracht’.
Zwaartekracht, een begrip dat een ieder van ons wel kent. We vinden het allemaal logisch dat we niet bergop kunnen skiën en dat we zonder al te veel moeite zo de berg af glijden. Maar hoe zit dat nou eigenlijk precies? Zwaartekracht heeft alles te maken met aantrekkingskracht, en dan hebben we het dit keer niet over het feit dat wij ons natuurlijk allemaal aangetrokken voelen tot skiën, bergen, het gevoel van ultieme vrijheid en de frisse buitenlucht!
Wat is zwaartekracht precies?
De aantrekkingskracht waar we hier wél over praten heeft te maken met een natuurkracht die er voor zorgt dat objecten op de aarde blijven staan bij een horizontale ondergrond, objecten vallen langs een verticale ‘ondergrond’ en er beweging ontstaat bij een schuine ‘ondergrond’.
Het feit dat er bij een schuine ‘ondergrond’ beweging ontstaat is voor ons skiërs het meest interessant. Het heeft alles te maken met de 3 natuurkundige wetten van Newton. Deze 3 natuurkundige wetten, die het verband tussen kracht en beweging beschrijven, worden tegenwoordig nog steeds gezien als de basis van de klassieke mechanica.
Hoe werkt zwaartekracht op een helling?
Naast de zwaartekracht als ‘wet’ is er nog een belangrijk onderdeel wat er voor zorgt dat wij skiërs als ‘object’ naar beneden gaan. Dit heeft alles te maken met het zwaartepunt van ons lichaam. Vanuit het lichaamszwaartepunt worden wij naar de aarde getrokken en oefent de aarde een kracht op ons uit.
Deze krachten zijn normaal gezien even groot/sterk waardoor wij stil kunnen blijven staan. Als we op een helling staan dan verschillen deze krachten, wat beweging bewerkstelligt. Als we de wet van zwaartekracht (Fz) in dit geval opsplitsen, dan zien we dat een deel van deze zwaartekracht ons van de helling af trekt (Fz2). Het andere deel trekt ons tegen de helling aan zodat we niet gaan zweven (Fz1).
Daarnaast moet het lichaamszwaartepunt boven onze voeten blijven aangezien er anders een kans is dat we omvallen. Als wij op de ski’s staan op een vlakke ondergrond met ons lichaamszwaartepunt boven de voeten dan gebeurt er ook niks. Als we deze situatie kopiëren, maar dan op een hellende ondergrond, dan komt er dus een beweging tot stand. De ski’s zorgen ervoor dat we een groter ondersteuningsvlak hebben waardoor we dus wat meer kunnen ‘spelen’ met ons lichaamszwaartepunt.
Tot slot
Skiën is dus eigenlijk een dans van het lichaam om het zwaartepunt boven ons ondersteuningsvlak te houden. Dit, in combinatie met de wet van de zwaartekracht, zorgt er voor dat wij kunnen doen wat we het liefst doen: skiën! Ben je benieuwd welke technische / natuurkundige factoren nog meer te maken hebben met skiën? Bekijk dan binnenkort Elske haar blog om meer te weten te komen op versnellen.
