Wat doet de taillering?

Leuk, zo’n ski onder je voeten, maar weet jij waar alles voor dient? We trekken een ski uit elkaar en bespreken de vormen. We werken de ski af van voren naar achteren, kijken we even wat we tegenkomen. Hightech materialen en opbouw dienen alleen maar een verbetering van vormbehoud en glijvermogen, die bespreken we misschien een andere keer. Vandaag kijken we naar de vrouwelijke vorm, de wespen taille.

 

Kijk naar een hedendaagse ski en je zult bij het overgrote merendeel een duidelijk slanke taille ontdekken, het midden is smaller dan de voor- en achterkant. Het is een relatief nieuw snufje, maar inmiddels al een goed aantal jaren onder ons. We kunnen ons niet meer voorstellen hoe het leven is zonder dit fenomeen. Diegene die nog een paar oude kaarsrechte plinten hebben; minimaal 1x per seizoen back to basics, alleen dan waardeer je hoe makkelijk het tegenwoordig allemaal is. Ik ga niet zwetsen over toen en nu, wees gerust, we praten over het nu.

Kenmerken van de taillering

Allereerst de kenmerken, dan de functies. Taillering is het toverwoord, ofwel sidecut zoals we dat van de fabrikanten aangeleerd krijgen. Een bredere voor- en achterkant, een geknepen midden met een mooie ronde lijn van voor naar achter. Waarom deze vorm? Pak er weer een plint bij en snij er een mooie sidecut in. Vervolgens kant je ‘m onder een hoek van 45° op en druk je op het smalste punt. Doe hetzelfde met een normale plint. See the difference? Het primaire doel van taillering is volledige sneeuwcontact houden onder alle doorgebogen omstandigheden.

Functies

Denk even terug aan de scoopline, altijd al daar geweest, de reden voor richtingsverandering. Stel je nu eens een ski voor met een vlakke scoopline en een gemiddelde taillering. We kanten de ski op, de scoopline is niet agressief, de richtingsverandering is langzaam, de ski buigt een beetje door omdat de voorkant een bocht maakt, ik druk met mijn gewicht op het midden. De ski is nu een beetje door gebogen, maar niet heul veul. Al doen we hetzelfde met een steilere scoopline, buigt het gebeuren sneller en meer door. Hoe meer druk je krijgt op je voorkant, hoe meer je je ski kan doorbuigen, hoe meer je je taillering kan benutten. Waarom vertel ik dit?

We kijken altijd heel goed op de websites naar de magische drie breedtes en de radius. Interessant woord om aan te geven hoe groot dat rondje zou worden als je de lijn doortrekt. Deze getallen vertellen ons alles over hoe en wat een ski kan doen. Denken we. We zijn met deze gedachte op de goede weg, maar vergeten een fundamentele gedachte. Als de scoopline zo vlak is als Flevoland, kan je nog zoveel taillering hebben, die ski zal niet snel jouw gewenste radius halen. Te weinig remwerking, te weinig schepkracht, te weinig buiging.

Nadelen

Taillering kan trouwens ook nadelen hebben. Teveel taillering bijvoorbeeld, probeer maar eens Super G snelheden te halen met een slalom ski, gaat niet. Waarom niet? Technisch verhaal, sneeuw moet 2x gecomprimeerd worden i.p.v. 1x, maar never mind that. Een dergelijke ski wordt ook mateloos onrustig bij hoge snelheid. Voorts is met taillering de torsiestijfheid meer in de spotlight gekomen, de mogelijke verdraaiing van de ski. Te weinig taillering leidt meestal tot overmatig rutschen van de achterkant van de ski.

Dus…

Resumé. Kijk niet alleen naar de taillering van een ski, maar beoordeel dit in samenhang met de scoopline. Weet dat de taillering goed z’n werk kan doen als er voldoende schepkracht en/of doorbuiging voorhanden is. Maak je niet druk, een ski met een radius van 16m en een vlak scooplinetje kan nog steeds een lekker dingetje zijn, heeft alleen wat meer commitment en een andere approach nodig.

Doorbuiging heeft alles te maken met de flex van een ski, de mate waarin, waar en hoe snel een ski buigt. Volgende keer de flex en de torsiestijfheid.

Share:

Facebook
WhatsApp
Email

Related Posts

Hoe overleef ik… een broekplasser?

Vóór en dóór sneeuwsportleraren is natuurlijk het motto van ons platform. Wij delen graag onze ervaringen met jou, middels onze ‘Hoe overleef ik…’ reeks. Deze

Techniekblog ‘Hochachse’

De mens heeft verschillende assen in het lichaam om mee te bewegen. Deze bestaat uit een verticale, frontale en sagittale as. Voor het correct uitvoeren